De wandeling
Vandaag moest mijn auto voor een grote beurt naar de garage, twee dorpen verderop.
Na wat overleg met mijn man — waarbij ik eerlijk gezegd vooral mijn eigen plan doordrukte — besloot ik om de auto te brengen en terug te lopen.
Het was tenslotte maar 4,1 kilometer. Dat moest toch prima te doen zijn? Voor de zekerheid zette ik toch maar even Google Maps aan. En samen met Bobby begon ik aan onze tocht.
In mijn hoofd zat meteen een liedje dat me altijd vertrouwen geeft:
Ik weet de weg heel goed. Ik weet de weg heel goed. Niet links, niet rechts maar altijd door.
En zo liep ik dus vrolijk verder.
Onze eerste uitdaging liet niet lang op zich wachten: een hond op de weg, die duidelijk zijn terrein wilde beschermen. Bobby voelde zich geroepen om mij te verdedigen, dus die twee stonden meteen stevig met elkaar te overleggen. Gelukkig kwam de eigenaar op tijd naar buiten en zette zijn hond achter het hek.
Ik maakte meteen van de gelegenheid gebruik om te vragen of dit de goede weg was naar Dolignon. De man keek me aan alsof hij niet wist wat hij hoorde:
“Ga je deze weg lopen???”
Ik antwoordde nog vol zelfvertrouwen: “Ja hoor, het is maar een uurtje wandelen.”
Hij schudde zijn hoofd, glimlachte en zei: “Veel succes. Je bent op de goede weg.”
Nog voordat ik de bocht door was, hoorde ik het geluid van snel stromend water. Er zijn daar meer beken, dus ik maakte me niet direct zorgen. Maar even later stond ik voor een heuse rivier die over het pad liep. Er was geen ontkomen aan—ik moest erdoorheen. De bijbeltekst die meteen in me opkwam was Jesaja 43:2:
Als je door het water gaat, zal Ik bij je zijn…
Dat voelde zo toepasselijk op dat moment. Je wordt er alleen wel nat van, en Bobby moest zelfs een stukje zwemmen.
De rest van de weg was een avontuur op zich: glibberige modder, diepe plassen, heuvels en dalen. Elke keer dat ik dacht: Laat maar, ik ga terug, kwam dat beeld van de rivier weer terug. En dan ging ik toch door.
Na anderhalf uur kwam ik eindelijk thuis: moe, nat, smerig… maar zó voldaan.
Natuurlijk had ik hulp kunnen vragen. De buurvrouw had me echt met liefde gebracht.
Maar vandaag voelde het goed om deze weg zelf te gaan. Het was een bijzondere tocht waarin ik de schoonheid van de natuur om me heen kon zien, God steeds weer kon danken dat ik niet uitgleed, en onderweg zelfs mooie mensen mocht ontmoeten.
En de moraal?
Geef niet op. Je bent op de goede weg, ook als die totaal anders loopt dan jij had verwacht.
Kijk om je heen. Geniet van de mensen die je tegenkomt.
En vooral: hou vol.